Het klimaatverhaal heeft de ongemakkelijke reflecties van kunstenaars nodig


Wat hebben kunstenaars als Erik Jan Harmens, Rem van den Bosch, Kadir van Lohuizen en Banksy gemeen? Ze houden ons spiegels voor met ongemakkelijke reflecties, over ons veranderende klimaat. Door ons te confronteren met de realiteit en door plausibele worst-case toekomstscenario’s te verbeelden kunnen ze ons de gevolgen van klimaatverandering laten doorleven en de draagkracht in de samenleving voor verandering aanspreken.

14205015878_0526edbb96_b

Dichter Erik Jan Harmens droeg tijdens het congres Kennisprogramma Zeespiegelstijging afgelopen maart het gedicht ”Zee van Tijd” voor. Dit gedicht riep bij mij ook de vraag op of we die tijd echt wel hebben. Een pertinente vraag aan wetenschappers die benadrukten dat we nu echt nog geen beslissingen hoeven te nemen.

Fotograaf Rem van den Bosch en zijn medewerkers visualiseren in alarmerende rode kleding en op hoge rode trappen hoe hoog het water zou kunnen komen als de zeespiegel stijgt. Het zijn mooie en ongemakkelijke beelden. Helemaal als je bedenkt dat bij een mondiale temperatuurstijging van twee graden de zeespiegel op echt lange termijn van honderden jaren nog altijd met ca twaalf meter zal stijgen. Veel hoger dan Rem en zijn medewerkers uitbeelden.

Documentair fotograaf Kadir van Lohuizen laat in zijn boek “After Us the Deluge” op indringende wijze de nu al zichtbare impact van zeespiegelstijging zien in diverse kustgebieden.

Graffitikunstenaar Banksy richt zich met zijn werk regelmatig op klimaatontkenners. Zijn nog half leesbare tekst ‘I don’t believe in global warming’ op een muur in Regent’s Canal in Londen is bijvoorbeeld krachtig in zijn eenvoud.

Een eerlijk klimaatverhaal dat schuurt

Gevormd als beta-wetenschapper ben ik gevoelig voor rationele argumenten. Wat zeggen de feiten, wat zijn de risico’s, hoe beheersen we die? Dat geldt natuurlijk niet voor iedereen. Er zijn niet veel mensen die zin hebben of in staat zijn om klimaatmodellen te doorgronden. Rentmeesterschap  kan net zo goed een stimulans zijn om bakens te verzetten.

Daarom hebben we een nieuw verhaal nodig. Dat betoogde Hans Boutelier, hoogleraar Polarisatie en Veerkracht aan de VU. En ik ben het daar mee eens. Een duidelijk en begrijpelijk verhaal over de noodzakelijke aanpassingen die het gevolg zijn van klimaatverandering en hoe diep die zullen ingrijpen in onze manier van leven. Dat zal een schurend verhaal zijn, want effecten op de zeespiegel, hitte, neerslag en droogte zullen nog honderden jaren  doorwerken. Een eerlijke inschatting van de risico’s van plausibele worst-case scenario’s hoort bij het nieuwe narratief.

Genadeloos de realiteit onder ogen zien

Dit doet mij denken aan de Stockdale paradox. James Stockdale was een Amerikaanse krijgsgevangene die ruim zeven jaar doorbracht in de beruchte Hòa Lò gevangenis (“Hanoi Hilton”) tijdens de Vietnamoorlog. Volgens Stockdale waren degenen die het niet overleefden, optimisten die hun situatie te rooskleurig inschatten en keer op keer werden teleurgesteld. Vertrouwen in een goede afloop mag volgens hem nooit verward worden met de discipline om de huidige realiteit genadeloos onder ogen te zien. Die mentaliteit is ook nodig bij klimaatverandering.

Kunstenaars kunnen daarbij helpen door ons te confronteren, door ons te wijzen op wat echt belangrijk is en door plausibele toekomstscenario’s te helpen verbeelden. De filosoof Alain de Botton zei eens: “We leren eigenlijk niets totdat er echt een probleem is, totdat we pijn lijden, totdat dingen niet meer gaan zoals we hadden gehoopt. We lijden en daarom denken we”. Dat moet toch beter kunnen.

Gelukkig sprak hij ook over de kunst als therapie. Een therapie tegen realitetsblindheid is namelijk geen luxe. Het is nodig om het gevoel van urgentie te vergroten. Ik denk aan uitstoot reductie, verwijdering van broeikasgassen uit de atmosfeer, klimaatreparatie (bijvoorbeeld het voorkomen van afsmelten van poolijs) en aanpassing aan extreem weer en droogte.


Meer over de dijkgraaf