Start maaiseizoen: alleen daar waar het nodig is
Deze week beginnen de maaiwerkzaamheden aan sloten, vaarten en dijken in Delfland. In deze periode, het voorjaar, maait Delfland alleen de knelpunten en dijken. Voor, tijdens en na het werk is er extra aandacht voor de natuur in en om het water.
Door sloten en vaarten, ook wel watergangen, op tijd te maaien, kunnen we de kans op overlast door heftige buien of juist door droogte verkleinen. Via de watergangen voeren we het teveel aan water af, of voeren we juist extra zoet water aan. Als dat systeem niet goed werkt door verstoppingen, dan is er een groter risico op wateroverlast of schade aan de natuur door droogte. Maaien moet dus, maar wel met beleid.
In en om het water
Jaarlijks maaien we in drie rondes de sloten en vaarten in het gebied. In het voorjaar maaien we alleen de knelpunten. Dat zijn plekken die snel volgroeien en dus een risico vormen voor de aan- of afvoer van water. In de zomer maaien we de resterende watergangen en de plekken waar planten hard zijn gegroeid. In het najaar vindt de grootste onderhoudsronde plaats. Het groeiseizoen is dan voorbij en het waterschap bereidt het gebied voor op het natte najaar.
Op de dijk
Dijken maaien we om een gevarieerde begroeiing en goede grasmat in stand te houden, want zo blijven dijken stevig. Daarnaast moeten onze gebiedsbeheerders de conditie van de dijk kunnen inspecteren. Als de begroeiing te hoog wordt, zijn scheuren of kale plekken niet goed te ontdekken. Met de zomer voor de deur, is het belangrijk dat we, met name droogtegevoelige dijken, goed kunnen inspecteren.
Natuurvriendelijk onderhoud
Delfland zet in op het versterken van de waternatuur en verbeteren van de biodiversiteit. Daarom doen we onderhoudswerk met zorg voor de natuur. Vooraf markeert een ecoloog de eventueel aanwezige broedvogels en nesten, zodat de aannemer ruim om de nesten heen maait. Tijdens het werk controleren toezichthouders van Delfland of de aannemer het werk doet volgens de ecologische werkprotocollen en Wet Natuurbescherming. Daarnaast nemen we de adviezen van visverenigingen mee in de werkinstructies. Zo wordt het zuurstofgehalte en de watertemperatuur gemonitord en hebben vissen altijd een uitweg om weg te zwemmen.
Ligt het maaisel nog op de kant? Dat hoort!
Na het maaien van de sloten en vaarten blijft het maaisel, waar het kan, eerst 48 uur op de kant liggen. Dat geeft insecten en amfibieën de kans om eruit te kruipen. Op sommige plekken blijft het maaisel liggen. De eigenaren van het aangrenzende stuk grond hebben dan een ontvangstplicht. Op de andere plekken voeren we het maaisel na uiterlijk een week af. In sommige gevallen kunnen we zelfs het maaisel hergebruiken.