Laatste snoekjes in 2022 uit de paaiplaatsen naar open water
Afgelopen week hebben wij samen met vrijwilligers van de hengelsportverenigingen de laatste jonge snoeken uit de vispaaiplaatsen in Delft en Hoek van Holland gehaald. De dieren zijn uitgezet in het gebied om verder op te groeien. Hoogheemraad Vissers nam een kijkje.
Marcel Vissers: “Delfland werkt aan schoon, gezond en levend water. Een gezonde visstand hoort daarbij. Voor een gezonde visstand is het belangrijk dat er veel verschillende soorten zijn en dat er evenwicht is tussen de soorten. De snoek is een roofvis die daarin een belangrijke rol vervult.”
Vispaaiplaatsen
Omdat de snoek in onze wateren te weinig voorkwam, zijn wij deze vis een handje gaan helpen. Wij hebben door ons gebied vispaaiplaatsen en drie daarvan zijn speciaal ingericht voor de snoek. Dit zijn plekken waar wij de omstandigheden voor de snoek zo maken dat volwassen exemplaren er goed kunnen paaien en jonge snoekjes er kunnen opgroeien met voldoende voedsel en schuilplekjes.
De eerste 5 jaren na aanleg van deze snoekenpaaiplaatsen vangen wij, in samenwerking met twee hengelsportverenigingen, in het vroege voorjaar paairijpe snoeken die worden uitgezet in deze kraamkamers. Als hun nakomelingen zo’n 8 cm groot zijn, dat is meestal eind mei, vangen we de nieuwgeboren snoekjes samen en hun ouders en zetten ze uit buiten de paaiplaats. Voor de winter begint, vangen we nog een keer. Zo zorgen wij ervoor dat ook de achterblijvers alsnog achter hun soortgenoten aan kunnen. En dat is de moeite waard: het waren er vorige week nog 570.
Laatste keer uitzetten
Vissers: “Het uiteindelijke doel is natuurlijk dat de populatie zo robuust is dat de soort onze hulp niet meer nodig heeft. Wij verwachten dat in 2024 geen paairijpe snoeken hoeven te worden gevangen en uitgezet in de paaiplaats in Hoek van Holland omdat dan voldoende snoek op eigen kracht deze paaiplaats weet te vinden. In de jaren die volgen, zal dat waarschijnlijk ook het geval zijn in de andere twee snoekenpaaiplaatsen. Tot die tijd doen wij samen met de vrijwillige hengelsporters wat nodig is.”