Sportvissers zetten paairijpe snoeken uit in kraamkamers
Vrijwilligers van de hengelsportverenigingen SVBD en GHV ’t Groene Hart gooiden afgelopen weekend hun hengels uit om paairijpe snoeken te vangen. Vanwege de relatief milde winter gebeurde dit eerder dan andere jaren. Zij konden een aantal flinke knapen overzetten naar de graslanden die wij voor deze rovers onder water hebben laten lopen. Dat doen wij om in ons gebied een evenwichtige visstand te stimuleren: goed voor de waterkwaliteit en de biodiversiteit!
Hoogheemraad Marcel Belt nam een kijkje: “De snoek is een roofvis. Die zijn nodig om de visstand in balans te houden. In ons gebied helpen wij de snoek door het inrichten van vispaaiplaatsen: plekken waar wij de ideale omstandigheden creëren voor de voortplanting en voor het opgroeien van de jonkies.”
Snoeken planten zich in het algemeen voort op plekken waar ze geboren zijn. Ze zoeken plekken op waar het water lager staat en daardoor net iets warmer is. Tussen de waterplanten zetten de snoeken hun eitjes af en in het voorjaar worden dan de jonkies geboren. Vorige week lieten wij voor de snoek graslanden in het Akkerdijkse Bos in Delft en langs het Oranjekanaal in Hoek van Holland onder water lopen. Dit weekend zijn daar de eerste snoeken in uitgezet.
De hengelsporters van SVBD vingen zaterdag in de omgeving van Delft 4 snoeken. Voor het paai- en opgroeigebied in Hoek van Holland vingen hengelsporters van GHV ’t Groene Hart zondagochtend er 2. Dat is een mooi begin: ook komend weekend worden er nog snoeken gevangen en overgezet.
Hoogheemraad Marcel Belt: “Met hun kennis en inzet zijn de hengelsportverenigingen een belangrijke partner bij dit soort projecten. De snoekenpaaiplaatsen zijn echt een succes: steeds meer paairijpe snoeken weten zelfstandig de weg weten te vinden naar de paaiplaats bij het Oranjekanaal en Akkerdijkse Bos. Het moment dat er jaarlijks voldoende natuurlijke intrek is van paairijpe snoeken naar onze paaiplaatsen lijkt in zicht. Dat is prachtig nieuws voor de waterkwaliteit en de biodiversiteit.”
Na het paaiseizoen kijken wij via een steekproef hoe groot de jonge snoekjes zijn. Als de jongen circa acht centimeter groot zijn, dan is het tijd om ze samen met hun ouders uit te zetten naar de naastgelegen vaarten en kanalen. Na drie tot vier jaar zijn ze paairijp en gaan ze zelf weer jonge snoeken voortbrengen.