Het probleem van de exotische rivierkreeft
Het probleem is inmiddels al wel bekend. De oplossing, of moeten we zeggen verlossing, nog niet. De Amerikaanse rivierkreeft is bezig aan een enorme opmars in Nederland en daarmee ook in het beheergebied van Delfland. Ze graven in oevers en kades en daar veroorzaken ze schade aan onze waterkeringen. Daarnaast eten ze de eitjes van amfibieën en vissen en knippen ze waterplanten stuk die belangrijk zijn voor de waterkwaliteit. De Amerikaanse rivierkreeft heeft een negatief effect op onze waternatuur en biodiversiteit.
Delfland heeft de afgelopen drie jaar onderzoek gedaan naar het afvangen van rivierkreeften op drie pilotlocaties in Vlaardingen, Delft en Den Haag. De afvangpilot is nu afgerond en we hebben geleerd dat het in ons water mogelijk is om de kreeftenlocatie lokaal met 80-90% te reduceren. Dit effect is wel tijdelijk, want voor een blijvend lage kreeftendichtheid dient onderhoudsvisserij plaats te vinden. Wanneer dit niet gebeurt, veert de kreeftenpopulatie weer op. We weten nu ook wat de kosten en praktische beperkingen zijn van het wegvangen van rivierkreeften in het dichtbevolkte Delfland. De rivierkreeft en het afvangen ervan valt onder de wet- en regelgeving uit de Visserijwet.
De Visserijwet regelt door wie en met welke vangmiddelen gevist mag worden op vis en schaaldieren. Zo staat omschreven waaraan moet worden voldaan om als beroepsvisser geregistreerd te staan en wat beroepsvangtuigen zijn. Ook is het visrecht omschreven. Fuiken en korven zijn beroepsvangtuigen, hiervoor is een ontheffing in het kader van de Visserijwet benodigd. Alleen beroepsvissers komen hiervoor in aanmerking. Voor het vangen van kreeften dient men tevens te beschikken over het schaaldiervisrecht.
Op basis van de resultaten van de afvangpilot werkt Delfland scenario’s uit voor het beschermen van onze kwetsbare waternatuur in de natte ecologische zones (NEZ). Besluitvorming door het bestuur hierover is gepland in januari 2025. In de tussentijd voeren we een proef uit in twee recent aangelegde NEZ gebieden waar ook onderwatervegetatie is aangeplant. We onderzoeken of het lokaal verlagen van de rivierkreeftendichtheid een direct positief effect oplevert voor aanwezige waterplanten.
De resultaten van deze proef worden samen met de resultaten van de afvangpilot en pilots bij o.a. Waterschap Amstel Gooi en Vecht en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard meegenomen in de voorbereiding van de besluitvorming over het afvangen van rivierkreeften in de Delflandse NEZ gebieden.