Eerste kruisnetten opgehaald in onderzoek naar glasaal
Vrijwilligers van onderzoeks- en kennisorganisatie RAVON zijn gestart met het monitoren van de glasaalintrek in Delflands gebied. Het onderzoek loopt van maandag 13 februari tot en met half juni. Dit gebeurt bij een aantal vaste overgangen van zoet naar zout water. Het doel van het onderzoek is om erachter te komen hoe het gaat met de palingstand en hoe effectief onze maatregelen zijn voor glasaal om ons gebied in te trekken.
Glasaaltjes zijn jonge doorzichtige aaltjes van ongeveer vijf centimeter lang die vanuit de Sargassozee, een deel van de Atlantische Oceaan bij de Verenigde Staten, naar de Nederlandse kust komen om in ons zoete water op te groeien tot volwassen palingen. Op hun weg naar het zoete water komen ze barrières tegen zoals gemalen en sluizen. Daardoor was het voor de glasaal moeilijk om het zoete water in te trekken. Sinds tien jaar kunnen de aaltjes onder andere bij Scheveningen en Hoek van Holland weer een stuk beter het gebied in dankzij maatregelen die Delfland daarvoor nam. Met onder meer dit onderzoek zien wij wat de effecten zijn van deze maatregelen.
Startbijeenkomst ‘Samen voor de Aal’
Op donderdag 9 februari vond de startbijeenkomst ‘Samen voor de Aal Zuid-Holland’ plaats in het Gemeenlandshuis van Delfland. Tijdens deze avond stonden we met de vrijwilligers van onderzoeks- en kennisorganisatie RAVON stil bij wat we de afgelopen jaren bereikt hebben en hoe de monitoring bijdraagt aan wat er verder verbeterd kan worden voor de intrek van glasaal. Hoogheemraad Marcel Vissers: “Een gezonde en gevarieerde visstand is een voorwaarde voor een goede waterkwaliteit en biodiversiteit. Daarom zetten wij ons ook in voor de paling. Met de kruisnetmonitoring doen we onderzoek naar hoe het gaat met de glasaal en komen we erachter of de maatregelen die wij hebben genomen voldoende werken. Dit is een tijdrovende klus en daarom ben ik blij dat zo veel vrijwilligers zich hiervoor inzetten.”
Aanpak kruisnetmonitoring
Elke maandag- en donderdagavond trekken de vrijwilligers eropuit naar vaste intrekpunten om glasaaltjes te vangen. Dit doen ze een half uur na zonsondergang, omdat de glasaal in het donker verder trekt. Op een avond laten ze het kruisnet van één meter bij één meter vijf keer zakken. Het aantal gevangen aaltjes zegt wat over de intrek van de glasaal. Na het tellen worden de glasaaltjes weer vrij gelaten.