‘Zorgvuldig omgaan met water gaat verder dan het voorkomen van lozingen en verspilling’
General manager Jonne Versteeg en teeltmanager Richard Enthoven van Duijvestijn Tomaten hebben hun handen vol nu aan de teeltwissel. Een periode waarin de kassen leeg worden gehaald en installaties en opstanden schoon worden gemaakt. Tijdens deze wisseling ligt het gevaar op de loer dat het grondwater wordt vervuild, maar met de nodige maatregelen hoeft dit zeker niet het geval te zijn. Versteeg en Enthoven leggen uit hoe Duijvestijn ervoor zorgt dat de teeltwissel volgens de regelgeving gebeurt.
Voor Enthoven is de teeltwissel de drukste periode van het jaar. De laatste tomaten aan planten zijn dan gerijpt en geoogst en de kas wordt volledig leeggemaakt en grondig gereinigd. “De nieuwe planten wil je in een brandschone kas kweken,” legt hij uit. “Daarom halen we in oktober, november alle oude gewasresten (o.a. stengels van soms wel twaalf meter lang), de gebruikte substraatmatten en alle andere teelt toebehoren weg.”
Enthoven: “Om ervoor te zorgen dat er tijdens het opruimen zo min mogelijk vocht vrijkomt, geven we de planten 3 tot 4 weken voor de wissel minder water. Daarmee voorkomen we dat er overtollig water of lekwater in het oppervlaktewater terecht komt en daarnaast gaan we zo waterverspilling tegen. De zomers worden steeds droger, dus water wordt steeds schaarser,” benadrukt hij. “Daar moeten we zuinig en bewust mee omgaan”. Het laatste restwater dat nog in de planten en substraatmatten zit, wordt opgevangen in de vuildrain silo of een speciale rioolbuffersilo. Versteeg: “Vanuit daar gaat het door een zogeheten Cleanlight-installatie die het water zuivert voordat het wordt afgevoerd naar het riool.’’
Daarnaast zijn er SOP protocollen (Standard Operation Procedures) om ervoor te zorgen dat iedereen binnen het bedrijf waterbewust werkt. Enthoven: “Die hebben we ook speciaal voor de teeltwissel. We werken met verschillende nationaliteiten, dus heldere communicatie tijdens zo’n proces is essentieel. Hier hebben we de afgelopen jaren flinke stappen in gezet, bijvoorbeeld door de regels visueel te maken.”
Ook tijdens de teelt zelf wordt het watergebruik en de waterkwaliteit continu gemonitord. De tomatenplanten groeien op hangende goten die het lekwater en drainwater opvangen. Deze worden voortdurend gecontroleerd op lekkages. “Onze klimaatcomputer registreert alle metingen van onze waterstromen nauwkeurig. We hebben binnen ons team bovendien een watermanager aangesteld die zich specifiek richt op het verbeteren van onze afvalwaterstromen. Hierin lopen we echt voorop. Over vijf jaar zullen de regels vanuit de overheid nog strenger zijn,” vervolgt Enthoven, “maar daar zijn we nu al op voorbereid.”
Versteeg benadrukt dat zorgvuldig omgaan met water verder gaat dan het voorkomen van (onbedoelde) lozingen en verspilling. Goed watermanagement draait ook om het efficiënt gebruiken van water, van opvang tot opslag en hergebruik. “Regenwater wordt bij ons opgevangen in silo’s en ondergrondse buffers, zodat we het in drogere periodes kunnen gebruiken,” legt hij uit. “Daarnaast kunnen we helpen om wateroverlast in de omgeving te voorkomen. Als er bijvoorbeeld veel regen wordt verwacht, zorgen we dat er ruimte in onze buffers is om het water op te vangen. Daarin werken we nauw samen met het Hoogheemraadschap van Delfland, dat ons informeert bij periodes van extreme neerslag of juist droogte.”
Volgens Versteeg speelt Duijvestijn hierin dus ook maatschappelijk een belangrijke rol. “Bewust omgaan met water is niet alleen van belang voor onszelf,” zegt hij. “De hele sector heeft hier profijt van. We krijgen allemaal te maken met langere droge periodes en strengere regelgeving. Waterkwaliteit is cruciaal. Voor het gewas, voor onszelf en voor de omgeving. Daarin dragen we als sector een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Door ons hiervan bewust te zijn en daarin te investeren, zorgen we ervoor dat de Nederlandse glastuinbouw als geheel toekomstbestendig blijft.”
